In je enthousiasme kan je in de speurtocht naar het verleden van je familie ook interessante "bloopers" (mislukkingen) meemaken. We hebben twee spectaculaire voorbeelden.
Molen de Lelie
Op de familie website van de familie Quartel vond ik de volgende spannende tekst:
-- IV --
8 Dirk Dirksz. QUARTEL, geboren in het jaar 1615, schepen, overleden na 30 mei 1687. Dirk was schepen van 's-Gravendeel in 1683, 1684 en 1687. Dirk is getrouwd rond 1638 met 9 Pleuntje Gerrits, geboren te Sint Anthonie Polder rond 1610, overleden na 12 september 1659. Pleuntje was weduwe van Cornelis Ariens ROELEN, overleden voor 1638. Uit dit huwelijk: - Dirk Dirks QUARTEL ook genaamd de Jonge, geboren te 's-Gravendeel rond 1640, overlijden aangegeven aldaar op 1 januari 1724 (Bron: Martine). Dirk is getrouwd rond 1668 met Machteltje Dirks CRANENDONCK, geboren te Charlois rond 1643, overleden te 's-Gravendeel op 16 juni 1705 (Bron: Martine), dochter van Dirck Adriaen Joris HUIJSMAN en Maertge Gerrits CRANENDONCK. - Cornelis Dirksz. QUARTEL, geboren rond 1644, zie 4. 10 Jan JABAAIJ. Jan was gehuwd met 11 N.N.. Uit dit huwelijk: - Susanna Jans JABAAIJ, zie 5. 12 Cornelis Geerlofs VAN ROON ook genaamd Geerlofs en Coornmeulenaar, afkomstig uit Rhoon, korenmolenaar, overleden na 3 januari 1673. Cornelis is ondertrouwd te Sint Anthonie Polder op 2 april 1633 (gegevens gecontroleerd) met 13 Bastijaentge Simons SMIT, afkomstig uit Charlois. Bastiaantje Sijmons j.d. van en wonende Sint Anthonie Polder (1633). Cornelis Schelven of Gelven is eigenaar van korenmolen "De Lelie" in Puttershoek van 1641-1685. Hij is j.m. van Roon in 1633. Hij noemt zich later van Roon. Gijsbert Sijmons (Smit) verkoopt zijn huis aan Cornelis Geerlofs van Rhoon. O. dijkstal, W (?) Jan Dircks Verhouck. (Bron: RA 1 SAP 3-1-1673) Uit dit huwelijk: - Ingentien Cornelis VAN ROON, gedoopt te Maasdam op 5 maart 1634. - Pieter Cornelis VAN ROON, gedoopt te Maasdam op 13 januari 1636 (doopgetuigen waren Jan Sibrantssen Wonende in Strijen en Jan Gijsen Wonende Mijnsheerenland). Pieter is ondertrouwd te Puttershoek op 9 maart 1669 (Bron: SG 554) en getrouwd aldaar op 31 maart 1669 (Bron: SG 554) met Dirksie Leenderts, gedoopt te Puttershoek op 3 december 1634 (Bron: SG 554), dochter van Lenaert Floris en Berbel Lucas. - Lijsbeth Cornelis VAN ROON, gedoopt te Puttershoek op 14 november 1638 (doopgetuige was Arie Cornelis Meulenaar van 's-Gravendeel). - Simon Cornelis VAN ROON, gedoopt te Puttershoek op 5 mei 1641 (doopgetuigen waren Jan Dirks, Maergie Cornelis en Josie Jans). - Maeijke Cornelisse VAN ROON ook genaamd Maergie, gedoopt te Puttershoek op 23 november 1643 (doopgetuigen waren Grietie Gelven en Ariaentie Ariens), overlijden aangegeven te Strijen op 30 april 1701. Haar overlijden werd aangegeven door haar zoon Simon Pieters van der Giessen. Maeijke is ondertrouwd te Puttershoek op 6 april 1668 (gegevens gecontroleerd) en getrouwd aldaar op 29 april 1668 (gegevens gecontroleerd) met Pieter Theunisse VAN DER GIESSEN ook genaamd Mookhoek, afkomstig uit Mookhoek, overleden te Strijen op 4 oktober 1707 (Bron: SG 554), zoon van Teunis Ariens VAN DER GIESSEN en Lijntge Aelberts CRAAYESTEYN. Pieter Teunis van der Giessen j.m. uit de Mookhoek. Maeijke Cornelisse van Roon, weduwe van Pieter Teunisse van der Giessen. Zij is onlangs overleden en heeft nagelaten een huisje in de Mookhoek onder Strijen. Wientengevolge treffen boedelscheiding dd 18-3-1702 Teunis Pieterse van der Giessen, Cornelis Pieterse van der Giessen en Gerrit Willems Visser gehuwd met Lijntje Pieters van der Giessen. Getuigen Pieter Melse Aertoom en Arijen Jacobs de Baedt. (Bron: Not. 's-Gravendeel 4581) |
Ik
weet niet hoe het met u gaat, maar mijn gedachten waren, hij ziet eruit als een
eend (Cornelis Schelven), hij kwaakt als een eend (molenaar), hij loopt als een
eend (Puttershoek), het zal dus wel een eend zijn! Een nieuwe molenaar Van
Schelven gevonden in de Hoekse Waard! Het ontnuchterende antwoord van Kees
Sigmond, één van onze familievorsers:
De bedoelde Cornelis Gelven (j.m. van Roon in 1633) was beslist
geen Van
Schelven. Eenmalig is zijn naam verkeerd genoteerd in de archivalia van Puttershoek, maar met "Cornelis Schelven" wordt Cornelis Gelven bedoeld (hardop
uitgesproken klinken de namen hetzelfde). Verder wordt hij in de Puttershoekse
rechtboeken, etc. ook nooit meer Schelven genoemd, altijd Cornelis Gelven,
Cornelis Geerlofs en later Cornelis van Roon.
De naam Gelven of Geerlofs is een patroniem: zijn vadersnaam was Gelf of Geerlof (deze voornaam kwam wel vaker voor in die tijd). Overigens blijkt ook wel dat hij geen "echte" familienaam had: hij noemt zich later "Van Roon", naar zijn geboorteplaats. Helaas dus geen "nieuwe" Van Schelven. Groeten, Kees Sigmond |
't
Is jammer. Leuk geprobeerd. En het is een mooie molen!
Onderstaande "technische tekst" is ontleend aan de website van de Stichting Stichting tot behoud van molens in de gemeente Binnenmaas.
Aan de Molendijk van Puttershoek, die zijn naam ontleent het vroegere ambacht
van de heren van Putten of van Pieter de eerste genaamd Pieter van Slingelandt
die leefde van 1460 tot 1485. De toevoeging "hoek" kan ontleent zijn aan de
ligging van de molen in de noordoostelijke hoek van de in 1439 ingedijkte polder
"het Oudeland van Puttershoek" of "Pietershoek". Aan deze molendijk staat dus
sinds 1836 de korenmolen "de Lelie" met aan de overzijde het fraaie poldermuseum
"'t Hooft van Benthuizen" uit 1870. De vorige molen was een wipkorenmolen uit
het begin van de 17e eeuw. Deze molen is in 1929 is aangekocht en in 1836 door
Cornelis van Holst geheel vervangen door de huidige stenen molen en bestaat
geheel uit nieuwe materialen. Aan de zuid - westzijde bevind zich een gevelsteen
met opschrift: DEN EERSTEN STEEN IS GELEGD DOOR Cs VAN HOLST JUNIOR DEN 24 MEI
1836.
De molenaar woonde in het molenaarshuis en in 1841 werd de molen aan Hendrik
van der Koogh uit Dortdrecht verkocht. Vervolgens was Jacob Sonneveld van 1838
tot 1850 de molenaar - huurder. Kornelis Labrijn was zijn opvolger en eigenaar
en vijf jaar later verkocht deze de molen aan Teunis Verbaas. Op één van de
ribben van de bovenas uit 1865 komt men zijn naam ingegoten tegen. In 1877 nam
de oudste telg van Verbaas de molen over doch vier jaar later ging hij failliet.
De inventaris van de molen in die periode omvatte: één paard en wagen, tuig en
dekkleed, de dijk om te weiden, een heining, vier zeilen, 25 bilhamers, een
slijpsteen, een takel met stropketting voor het lichten van de loper, een
handboom, wiggen, waaghout, vier lampen met een oliekan, schalen met een evenaar
met83 kg gewichten. Cornelis de Regt uit Colijnsplaat kocht de molen op die hij
drie jaar later weer van de hand deed. In 1884 tot 1897 was Dirk Aart Berkhouwer
uit Nieuwerkerk aan den IJssel de eigenaar en vanaf 1900 werd Gerrit Korporaal
eigenaar en in 1915 voegde zijn schoonzoon Pieter Kalis zich op de molen. Gerrit
Korporaal verbouwde de inventaris van de molen grondig. De machinekamer die in
1902 half in de molenberg was gebouwd verkreeg een stoomlocomobiel. In 1931 werd
samenwerking gezocht met de graanhandel van J.Leeuwenburgh uit Mijnsheerenland
en in het nabij gelegen pakhuis werd een hulpgraanmaalderij ingericht met een
elektrisch aangedreven koppel stenen. Het graan dat op de molen werd gemalen was
bestemd om brood te bakken voor de armen. In 1944 stierf Korporaal doordat hij
bekneld raakte tussen de molen en paardenwagen.
Tot 1945 is met drie koppels
stenen gemalen. Eén koppel blauwe stenen voor het malen van tarwe, een 16er
koppel stenen voor het malen van veevoeder en een broeksteen voor het breken van
paardebonen en later mais. De zes bakkers uit Puttershoek namen vroeger het meel
van de molen af in partijen van twee tot drie zakken van 50 kg. Ook de afzet van
veevoeders was vrij groot. In 1948 kocht J.Leeuwenburgh de toen reeds in verval
geraakte molen en verkocht de molen in 1955 voor één gulden aan de gemeente. In
1956 - 1957 heeft de gemeente de molen laten restaureren en is de kap vernieuwd,
waarbij tevens de romp van zijn teerlaag is ontdaan en is vervangen door een
witte kalklaag. Deze witte laag is er later weer afgezandstraald en nu staat de
molen in zijn natuurlijke steenkleur. In 1987 onderging de molen wederom een
restauratie. In 1992 heeft de gemeente de molen overgedaan aan de Stichting tot
behoud van molens in de Gemeente Binnenmaas. De kap van de molen is afgedekt met
dakleer en in de kap ligt een molenas met een lengte van 4,70 meter, draagt het
nummer 1865 en is van het fabrikaat F.J Penn & Comp. uit Dortdrecht. De kap
wordt met een kruihaspel op de wind gezet en bij de restauratie van 1986 - 1987
is de stalen ring op de muurplaat en de 10 gietijzeren neuten met flens
vervangen door een engels kruiwerk. Ook het wiekenkruis, bestaande uit
potroeden, is vervangen door gelaste roeden van 24 meter en de Oud - Hollandse
ophekking is daarbij gehandhaafd. Rond de bovenas zit een bovenwiel met 70
kammen welke een bovenschijfloop aandrijft mat 33 staven. Rond het bovenwiel zit
een Vlaamse vang bestaande uit vier stukken en wordt door een wipstok bediend.
Rond de koningspil bevind zich een spoorwiel met 120 kammen die één
steenschijfloop aandrijft met 37 staven. De overbrenging is 1 op 6,88. In de
molen bevind zich nog één koppel maalstenen, een sleepluiwerk en een wanmolen.
Nieuwpoort (gemeente Liesveld)
Nieuwpoort, waar onze stamvader Vincent vandaan komt ligt aan de Belgische kust, niet ver boven de Frans-Vlaamse grens. Zoekend naar pakkende illustraties voor onze website vonden we prachtige beelden, die goed zouden passen in de sfeer.
Al doende kwamen we op uiteenlopende details. In het Vlaamse
Nieuwpoort stroomt de rivier de IJzer aan de noordzijde langs Nieuwpoort. En
hier zien we toch dat de vesting dwars wordt doorsneden door een waterloop.
En
het Vlaamse Nieuwpoort ligt niet direct aan zee. Er moet even worden gevaren
voordat je daar bent. En dit prachtige vestingstadje ligt wel aan groot water.
Tijd voor de kaart. En inderdaad. Naast het Vlaamse Nieuwepoort bestaat er ook
een Nieuwpoort in Nederland. Ze zijn zelfs elkaars zustersteden. Pal ten zuiden van Schoonhoven, aan de Lek. Een
plaatje. Het heeft niets met onze familie te maken, maar de vergissing was zo
aardig dat we deze met u willen delen.
En u van harte willen aanbevelen om niet alleen het Vlaamse Nieuwpoort te bezoeken maar ook het Hollandse Nieuwpoort.
Geschiedenis Nieuwpoort (gemeente Liesveld)
Al is Nieuwpoort dan de kleinste stad van de provincie Zuid-Holland, zij heeft
een roemruchte geschiedenis, die zich kan meten met die van menige grote stad.
Nieuwpoort dankt haar bestaan aan de heren van Liesveld en Langerak, is
omstreeks 1200 door hen gesticht en verkreeg in 1283 stadsrechten.
Het oogmerk
van beide heren was het hebben en dus verdedigen van een handelsplaats en een
beschermingsoord tegen menselijke vijanden, maar ook tegen het -zeker in die
dagen- wispelturige water. De heer van Liesveld was leenman van de Graaf van
Holland en die van Langerak moest de Utrechtse bisschop als leenheer erkennen.
Nieuwpoort lag daarmee dus in het grensgebied tussen Holland en Utrecht, met als
gevolg dat zij vaak het strijdtoneel was van ruzies. Zo kreeg in 1402 Jan de XVI, heer van Arkel, onenigheid met de bisschop van Utrecht. De stad Nieuwpoort
werd ingenomen en in brand gestoken. De bewoners van Dordrecht vernielden in
1489, na een beleg, de wallen. In 1515 staat de stad in vuur en vlam, na een
beleg door de Geldersen. In het daaropvolgende jaar werd Nieuwpoort eerst door
de Gelderse en daarna door de Hollandse legers ingenomen. Maar dat was nog niet genoeg; in 1524 werd de stad nog
eens ingenomen en plat gebrand. **
De interesse om Nieuwpoort weer te plunderen was daarna blijkbaar over. Om de stad te kunnen
herstellen werd de Koning vrijstelling van belasting verzocht. Toen na een
aantal jaren de bedrijvigheid terugkeerde, vernielde een brand in 1568 meer dan
50 woningen.
Vrijstelling van belasting was toen zelfs onvoldoende; er was
subsidie nodig voor het opbouwen van de toegangspoort, wallen en grachten.
Nieuwpoort heeft ook haar rol gespeeld in het functioneren van de oude Hollandse waterlinie. In 1673, direct na het zogeheten "rampjaar" werd op voorstel van de
Prins van Oranje door de Staten van Holland verordend, dat Nieuwpoort met wallen
en grachten in de bekende vestingvorm (met 6 bastions)
moest worden omgeven. Tezamen met Schoonhoven moest Nieuwpoort de toegang over de rivier De Lek naar
het hart van Holland verdedigen. Verder kon vanuit de vesting via een geheime
sluis onder het stadhuis het achterliggende land worden geïnundeerd. Vanouds was
Nieuwpoort bij de regelmatig in dit gebied voorkomende overstromingen een
toevluchtsoord voor mens en dier. Van dit laatste getuigen nog de zogeheten "waterschuren".
In 1973 is in overleg met en op aandringen van het provinciaal bestuur besloten
de vesting Nieuwpoort volledig te herstellen naar de situatie per eind 1700.
Hieraan wordt sindsdien dan ook hard gewerkt. Nieuwpoort, Schoonhoven, Brielle
en Vianen zijn slechts de enige 4 van de 13 Zuid-Hollandse vestingen, die als
beschermd stadsgezicht genoteerd staan
http://members.lycos.nl/liesveld/toerisme/langerak-nieuwpoort.htm