Copyright (c) 15-7-2005 Het Financieele Dagblad

'Ik moet een moeilijk kind zijn geweest'

ROB VAN 'T WEL

Constant van Schelven: 'Met een paar foute vrienden had het makkelijk heel anders kunnen lopen'Slechts weinig mensen worden als directeur geboren. Bouwvakker of arts, dat zijn nog eens beroepen om als kind van te dromen. Wat waren de plannen van Constant van Schelven, bestuursvoorzitter zorginstelling De Stromen?

ROTTERDAM - Het was een omgeving waarin kinderen opgroeien om advocaat te worden. Of anders hoogleraar of bankier. Hoe anders liep het met Constant (53) van Schelven. Het was zoals hij zelf nog niet eens zo lang geleden in een gesprek met zijn broer constateerde 'een dubbeltje op z'n kant'. 'Met een paar foute vrienden had het gemakkelijk heel anders met me af kunnen lopen', zegt de man die als voorzitter van de brancheorganisatie van de zorgsector Arcares gemiddeld twee dagen in de week lobbywerk in Den Haag verricht. ' Ik moet een moeilijk kind zijn geweest.'

Het is wijsheid achteraf. En eerlijk gezegd was er in zijn vroege jeugd ook weinig dat op een moeizame tocht langs tal van onderwijsinstellingen wees. Alleen de overstap van die Haagse lagere school naar een in Scheveningen was een vingerwijzing van de lange tocht die de huidige bestuursvoorzitter van de Rotterdamse zorginstelling De Stromen nog voor de boeg had.

'Mijn vader had zich in zijn hoofd geprent dat ik naar het gymnasium zou gaan', blikt Van Schelven terug. Die keuze van de zelf in 1928 gepromoveerde bankier van het gerenommeerde bankiershuis Oyens & Van Eeghen lag in de lijn der verwachtingen. En dus ging Constant, de tweede van vier kinderen, braaf naar de klassieke middelbare school - om er meteen twee jaar over het eerste jaar te doen. 'Ik heb toevallig laatst de rapporten daarvan nog onder ogen gehad. Alleen voor tekenen en Frans had ik goede cijfers. Maar dat laatste was nauwelijks een prestatie, omdat mijn moeder Zwitserse was en ik met Frans thuis was opgegroeid.'

Er kwam een psycholoog aan te pas om te kijken hoe de jongeling uit het deftige Haagse Statenkwartier toch aan een mooie toekomst geholpen kon worden. Van Schelven herinnert zich de uitslag nog als die van gisteren. 'Er stond in dat ik wat betreft IQ best het gymnasium zou moeten kunnen halen', zegt hij. 'Maar er stond ook in dat ik dacht met mijn handen. Het was het sein voor mijn ouders om mij naar de LTS te sturen.'

Het was een cultuurshock, die overigens geen traumatische gevolgen had. Minstens de helft van de week met je handen bezig zijn vond ik heerlijk. Ik was er op mijn plaats. Lassen was heel spannend, aan de draaibank staan vond ik wel mooi.'

Maar die relatief eenvoudige overstap betekent niet dat Van Schelven geen verschillen zag. 'Er kwam een eind aan een verbale periode. Op de lts werd een fysieke taal gesproken. Waar ik op het gymnasium in de uren dat ik uit de klas was gestuurd door de leraar Latijn schaken leerde van een vriendje in de gymzaal. In de gymzaal van de LTS kregen we boksles. Pedagogisch heel verstandig overigens. Die leraar zag haarscherp dat hij ons toch niet kon afhouden van vechten maar wel dat hij ons kon leren dat in het gezicht slaan niet mocht.'

Hij voelde zich er geen buitenbeentje. 'Natuurlijk praatte ik vast met meer dure woorden dan de rest van mijn klasgenoten. Maar daar viel niemand over. Ik had ook mijn postuur mee.'

Van Schelven doorliep de school in Voorburg in twee jaar in plaats van de gebruikelijke vier. Dat was onder andere mogelijk omdat hij de overstap naar de MTS maakte waardoor hij een praktijkjaar kon overslaan. Van Schelven ging op zijn brommer naar die school in het Haagse Laakkwartier. 'Een Honda', herinnert hij zich glimlachend, 'omdat iedereen een Puch of Tomos had, natuurlijk. Bovendien kon je die brommer lekker opvoeren. Het belangrijkste was echter het geluid: viertakt, prachtig man.'

Op die MTS kreeg Van Schelven te maken met een voor hem geheel nieuw fenomeen: huiswerk. 'Dat had ik in al die jaren daarvoor nooit gedaan.' Het bleek geen struikelblok. Ook die school kon in twee jaar worden afgerond omdat de overstap naar de hts werd gemaakt.

Het blijkt een brug te ver. 'Dat eerste jaar was alleen maar wis- en natuurkunde', weet Van Schelven nog. 'Het kon me niet boeien. Mijn vader kwam toen met een student in Delft op de proppen, die mij bijles zou gaan geven. Hij gaf me achthonderd gulden om die lessen te bekostigen en ging zelf op vakantie. Maar na een les of wat kwam ik tot de constatering dat die vent mij niet veel wijzer zou maken. Met dat geld in de knip ben ik toen met vrienden een bakfiets gaan huren waarmee we naar Parijs wilden fietsen.'

De Van Brienenoordbrug had al een waarschuwing moeten zijn. In de buurt van Brussel kwamen de reisgenoten eindelijk tot inzicht. De heuvels zorgen voor veel gesteun bergopwaarts en hachelijke situaties bergafwaarts. Het overgebleven geld wordt in Brussel opgemaakt.

Eenmaal thuis besluit Van Schelven de MTS in te ruilen voor een avondstudie atheneum. En om zijn ouders die beslissing te vertellen lift hij via Duitsland naar het Franse Nimes, alwaar zijn ouders op vakantie zijn. 'Ik kwam daar 's ochtends om zeven uur aan om me pas daar te realiseren dat ik niet wist waar zij precies verbleven', verhaalt hij. 'Stom toevallig reed daar plotseling mijn vader voorbij. De volgende dag ben ik op de trein terug naar Den Haag gezet.'

Het is een waterscheiding. De moeilijke tiener besloot zelf geld te gaan verdienen en op kamers te gaan. 'Mijn moeder had zoiets van laat die jongen maar gaan', weet Van Schelven. 'Mijn vader had daar veel meer moeite mee.'

Het werd een baantje op het tekeningenarchief en later op de afdeling kostencalculatie van de Saüdisch-Amerikaanse oliemaatschappij Aramco. In de avonduren werd het atheneum bezocht. 'Ik had op dat moment een vriendinnetje die een gunstige invloed op me had', geeft Van Schelven toe. De dienstplicht die volgt wordt gebruikt voor het opzetten van een handeltje in zelfgebakken potten en vazen en de eerste kennismaking met de studie rechten. Die studie en het 'grote bijvak' ziekenhuiswetenschappen leiden uiteindelijk tot een carrière in de zorgsector.

Het is met name de managementfunctie bij het psychiatrische ziekenhuis Delta die vormend heeft gewerkt. 'Er zat daar een oude kippenfokker die op een gegeven moment met het plan bij me kwam om in de tuin een kippenfarm op te zetten. In plaats van de door hem voorgestelde duizenden kippen begonnen we er met vier, uitgroeiend tot honderd. Heel overzichtelijk en winstgevend ook nog. Hij was de directeur en ik de bankier. Het was een prachtig toneelstuk waarin ik heel veel van mijzelf kwijt kon. Ik kwam tot het inzicht dat je dag er heel anders uitziet als je iets zinvols te doen hebt.'

Hij ziet het als een rode draad in zijn werk als bestuursvoorzitter van De Stromen, een van de grootste groepen van zorg- en verpleegtehuizen in Nederland. 'Creëer een kansrijke omgeving. Als de mensen die bij ons wonen beter functioneren als ze 's middags een kopje soep eten, moet je dat willen bieden, ook al is het een afwijking van de huisgewoonten. Onze klanten zijn echt niet zo veeleisend.'

In zijn werkzaamheden als voorzitter van de branchevereniging Arcares heeft hij profijt van de andere les die hij uit zijn eigen jeugd heeft getrokken. 'Den Haag moet durven de zaken los te laten. Als je op alles een antwoord wilt kunnen geven laat je geen ruimte voor initiatief. Ik wil gewoon mijn eigen spoor trekken. Als ik daarin word beknot, rebelleer ik.'

Constants eersten:
Plaatje: 'No milk today' van Herman's Hermits
Kennismaking met de politie: ik was 14 jaar en het ging over de vraag of de brommer die mijn broer gevonden had ook al verloren was
Gerecht op kamers: ik hou van koken; ossobuco en snoekbaars met champagnevinegraitte
Auto: een lelijke eend voor 450 gulden gekocht en later nog goed verkocht ook