Gek van pijl en boog

door Harald Hanemaaijer

ZOETERMEER | Losjes schiet Gerard van Schelven drie pijlen midden in de roos van het bord, dertig meter verderop. De 42-jarige Zoetermeerse handboogschutter is als vijfde geplaatst op het NK, zondag in Hooge Mierde. Het handboogschieten is hem met de paplepel ingegoten. "Al drie generaties lang beoefent mijn familie deze sport.".

Gerard van Schelven (C-XIIId)Gerard van Schelven: 'Mijn vader heeft mij vroeg geïnfecteerd met het schietvirus.'(foto Peter Varkevisser) Met akelige precisie schiet hij zijn pijlen op het doel in de thuishaven van de Hand- en Kruisboog Schietvereniging Zoetermeer (HSK Zoetermeer) in het Westerpark. Al sinds zijn jeugd beoefent hij, met een tussenpauze, zijn passie. "Mijn vader heeft mij al vroeg geïnfecteerd met het schietvirus. Hij heeft nooit het Nederlands team gehaald, hij heeft er alles aan gedaan om mij het wel te laten halen."

Inmiddels durft hij zich de beste schutter van de vereniging te noemen. "Ik ben meerdere malen koning, zeg maar clubkampioen, geweest, als je vier keer van mij weet te winnen, ben je een goeie."

Het handboogschieten bestaat uit verschillende disciplines, zowel indoor als outdoor. Daarbij worden diverse soorten gebruikt zoals de recurveboog (olympische discipline) en de compoundboog (een geavanceerde boog met katrollen en een waterpas). Volgens hem maakt het in vrijwel alle disciplines niets uit of je binnen of buiten schiet. "Een pijl gaat zo'n 200 km/uur, daar hebben wind en regen slechts onder heel extreme omstandigheden vat op."

Glassnijder
De Zoetermeerder, in het dagelijks leven glassnijder, heeft vele clubrecords in zijn bezit en doet aan bijna alle disciplines mee. "Het is echt mijn tweede leven, ik leef echt om te schieten."

Het ontzag binnen het wereldje voor Wietse van Alten, die op de Olympische Spelen van Sydney voor Nederland drie jaar geleden brons won, is volgens Van Schelven heel groot. "Iedereen kijkt naar hem bij wedstrijden. Wietse werkt in een handboogsportwinkel en kan dus bijna professioneel en fulltime schieten. Hij is voor vele handboogschutters in Nederland het grote voorbeeld." Van Schelven zelf besteedt vier avonden in de week aan training. "Dat betekent niet dat ik alleen maar eindeloos ga schieten. Er hoort ook kracht- en conditietraining bij, ik ga bijvoorbeeld skeeleren en fietsen. Handboogschieten is concentratie, maar ook fitheid."

Op het NK doet Van Schelven zondag mee op zijn specialiteit: de 1-pijls 25 meter categorie. Hierin is hij ook lid van de nationale selectie. "Het is vijfentwintig keer één keer één pijl en niet series van drie pijlen voordat je ze uit het bord haalt. Helaas doen de Olympische toppers niet mee."

Voor hem vormt het NK één van de hoogtepunten van het jaar. "Je bent met allemaal anderen die ook verslaafd zijn aan de sport, je bekijkt wat anderen voor materiaal hebben." Bij het NK in 2000 eindigde Van Schelven als tweede. Voor de editie van dit jaar is hij als vijfde geplaatst. Typisch voor de onderlinge sfeer is dat Van Schelven samen met andere deelnemers uit de regio in één auto naar Hooge Mierde afreist. De Zoetermeerder heeft de oplossing om kampioen te worden al gevonden. "Ik laat mijn concurrent gewoon niet in de auto stappen, of ik zet hem er onderweg ergens op het platteland uit."