Nieuwpoort (België)
Er is aanleiding voor belangstelling voor Nieuwpoort. Onze eerst-gedocumenteerde voorouder is afkomstig uit deze Belgische kustplaats.
Handschrift (13.03.1588.Trouwboek Gereformeerde.Gemeente Rotterdam):
Letterlijke tekst:
Vincent Schelven weduwnaar van Nieuwpoort met Jannetie Maasz, weduwe van Ghent woonen beijde aan de Pannekoeckstraet - sijn in Cornelis' boek gerastreerd.
In modern Nederlands:
Vincent Schelven, weduwnaar, afkomstig uit Nieuwpoort, met Jannetje Maasz,
weduwe, afkomstig uit Gent, beiden wonend aan de Pannekoeckstraat - staan
vermeld in het boek van Cornelis.
Naar aanleiding van navraag bij het gemeentearchief van Nieuwpoort kwamen we in contact met de Heemkring Ramscapple a/d Yser, de heer Walter Lelièvre. Hij antwoordt als volgt:
dinsdag 30 november 2004
Beste Onno
Wat wij gevonden hebben is het volgende: alvast één oplossing omtrent Vincent
van Schelven.
Onrechtstreeks - en dat is voor die periode de énige manier - vond ik ene
Vincent Schelve die woonde in het huis van Mr. Vigor Debomere, in de Langestraat,
net naast het hoekhuis zuidoost met de St. Mariestraat (nu Recollettenstraat).
Zijn eigenaar betaalde 20 stuivers, wat erop wijst dat het een bescheiden woning
was. We schrijven anno 1576: de lijst van de 10de penning, dus een soort
grondbelasting van 10%. Aangezien de eigenaar een Meester is, lijkt het ons
aannemelijk dat het een collega-chirurgijn was. Het vermoeden kan bestaan dat
hij vertrokken is voor 1584.
De informatie het ik gevonden in G. Dalle, Topografie van armoede en rijkdom te Nieuwpoort 1576-1601, Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis, jaargang 124 3-4 1987. pagina 218.
Voilà
Walter Lelièvre
Heemkring Ramscapple a/d Yser
Het is tijd voor de kaart:
Rechtsonder in de kaart ziet u de waar u Nieuwpoort moet zoeken. Een aantal kilometers naar het zuiden is de Frans-Vlaamstalige grens (Duinkerken/Dunkerque is Franstalig).
De locatie die Walter aanduidt is op de kaart gemarkeerd met een rode stip en de tekst 2e huis.
Onderzoek ter plaatse
Het
is tijd voor een reis en onderzoek ter plaatse. In de zomer van 2005 wordt
Nieuwpoort bezocht. Nieuwpoort wordt benadert vanuit het zuiden en de moed zakt
in de schoenen. In de file langs het Belgische strand staat de ene betonkolos
naast de andere. In diezelfde file draaien we de Kaai op, langs de IJzer. De Astridlaan wordt gevonden en opeens verandert het beeld naar een Middeleeuwse
stad. Vol spanning nadert de kruising Langestraat - Recollettenstraat. Het
hoekhuis aan de ZO-zijde is prachtig. Het tweede huis is een teleurstelling. Een
bescheiden eethuis staat tegenwoordig op deze voor ons belangrijke plaats.
Uiteraard is het eethuis bezocht om ook op de plaats te hebben gestaan. De
vriendelijkheid en gastvrijheid van de waardin staat buiten twijfel. De
garnalenkroketten zijn huisgemaakt.
De
hoek Langestraat - Recollettenstraat. Rechts op de foto het hoekhuis, links
(rode baksteen) het tweede huis, het huis dat we zochten. Het is duidelijk dat
het huis waar onze voorvader heeft gewoond niet langer bestaat.
Het kruispunt in de vier windrichtingen gefotografeerd:
In zuidelijke richting: In noordelijke richting:
In westelijke richting: In oostelijke richting:
We moeten ons bedenken dat Vincent hier in 1576 woonde. De huizen waren opgetrokken uit vakwerk, de daken waren gedekt met riet of stro. Er waren slechts enkele stenen bouwwerken in de stad: het stadhuis, de kerk, de lakenhal, het kasteel en de stadspoorten.
Verwerking van de teleurstelling
Tja, wat doe je na zo'n ontdekking? Je kijkt eens rond in deze stad waar onze voorvader ook voetstappen heeft liggen en je probeert je voor te stellen wat hij heeft gezien. Nou, de toelichtende bordjes op de gebouwen maken duidelijk, dat van wat wij nu kunnen zien, onze voorvader niets heeft gezien. De twee wereldoorlogen die over Nieuwpoort zijn geraasd, hebben weinig stenen op elkaar laten staan. Maar het wegenpatroon is wel behouden gebleven. Ook de grondsnede van belangrijke gebouwen.is waarschijnlijk ongewijzigd. Vandaar een aantal impressies van deze prachtige stad (klik op de afbeeldingen voor vergrotingen):
Historie van Nieuwpoort in hoofdlijnen
Reeds vanaf de jaren 800 gebruiken de Noormannen de inham van de zee om
landinwaards te trekken.
Filips van den Elzas geeft stadsrechten aan de nederzetting 'Novum Oppidum', die
meteen een voorhaven wordt voor zowel Ieper als Brugge. Eind 13e eeuw wint het
huidige Nieuwpoort aan faam deels omwille van zijn visserij, maar anderzijds
vooral omwille van zijn strategische ligging. In die tijd wordt Nieuwpoort onder
de 10 grootste en welvarendste steden van Vlaanderen gerekend.
Rond 1500 kent de stad met 5.000 inwoners de grootste bevolking binnen de muren.
Ondertussen is een vrijwel onophoudende reeks van 13 belegeringen van de stad
begonnen, met als triest hoogtepunt de slag bij Nieuwpoort in 1600, wanneer
Maurits, prins van Oranje de Spanjaarden verslaat. Echter nooit werd ze
ingenomen. Niet zelden was het zeewater een welkome bondgenoot in de strijd. Zo
ook in de eerste wereldoorlog toen Nieuwpoort werd kaalgeschoten, maar als een
scharnier blijft dienen voor het IJzerfront, waarvan het met nieuwe kunstmatige
overstromingen de positie deed stabiliseren.
Wereldoorlog II laat Nieuwpoort niet zonder littekens achter. Maar in de jaren
1950 begint een grondige heropbouw. Nieuwpoort-aan-zee wordt aangehecht ten
nadele van Oostduinkerke. Prestigieuse bouw- en infrastructuurwerken geven
Nieuwpoort een steedse allure met verbrede wegen, nieuwe bruggen, parkaanleg,
verkavelingen en sportinfrastructuur. In 1971 worden ook de dorpen Sint-Joris en
Ramskapelle aangehecht.
De slag bij Nieuwpoort
In 1600 is Vincent van Schelven allang weg uit Nieuwpoort. Omdat bij het horen van Nieuwpoort de bijbehorende slag bij Nieuwpoort wordt herinnerd, een korte samenvatting. 1600 valt ongeveer midden in de 80-jarige opstand (oorlog) van Nederland tegen Spanje.
In 1600 besloten de Nederlandse Staten-Generaal, op aandringen van Johan van
Oldenbarnevelt, een aanval te ondernemen op de stad Duinkerken. De daar
zetelende kapers brachten grote schade toe aan de Nederlandse vloot. Stadhouder
Maurits van Nassau had de leiding over de actie. Hij verzette zich tevergeefs
tegen de actie, die zijn goed geoefende maar beperkte leger ver in zuidelijk
gebied zou voeren.
Maurits trok over land en zee met 16.000 man naar Oostende (reeds in Hollandse
handen), waar een afvaardiging van de Staten-Generaal aanwezig was om toezicht
op een ijverige uitvoering te houden. Van hieruit vorderde hij langzaam naar de
rivier de IJzer, die hij bij Nieuwpoort overstak. Ondertussen had aartshertog
Albrecht van Oostenrijk, landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden, een leger
verzameld, en trok ook naar hetzelfde gebied. De achterhoede van de Nederlanders
onder Maurits' broer Ernst Casimir kreeg opdracht hem tegen te houden, maar de
voornamelijk Engelse troepen sloegen vrijwel onmiddellijk op de vlucht. Men leed
grote verliezen (Slag bij Leffinghe). Maurits gaf opdracht deze catastrofe voor
de troepen geheim te houden.
Maurits liet daarop zijn leger over de IJzer terugkeren, en zich opstellen in de
duinen. Terwijl dit nog bezig was, begon de slag. Maurits had 9400 man voetvolk
en 2500 man ruiterij, Albertus beschikte over 2 tercio's voetvolk (6-7000 man
totaal) en 1200 man ruiterij. Doordat de Nederlandse en Engelse troepen zich in
de duinen en op het strand opstelden, moesten de Spaanse troepen tegen zon- en
wind in vechten. Mede doordat Maurits langer reserves vasthield, werd de slag
door de Nederlanders gewonnen. De Spanjaarden verloren ruim 4000 man, de Staten
1700.
Albertus werd op de vlucht gejaagd, generaal Francisco de Mendoza
gevangengenomen. Maurits sloeg het beleg op voor Nieuwpoort, maar vanwege het
slechte weer en sterke Spaanse tegenstand, brak hij dit al na 11 dagen op, en
keerde weer huiswaarts.
Al met al had de slag, ondanks de overwinning, feitelijk geen enkel resultaat
opgeleverd. Er was geen gebied veroverd, en er waren (aan beide kanten) flinke
verliezen aan manschappen geleden. Zo ongeveer het enige resultaat was dat
Maurits' naam als veldheer vanaf toen gevestigd was.