P.C. SigmondWortels van de familie Van Schelven

Uit het speurwerk van P.C. Sigmond

Capelle aan den IJssel, 2000

L.S.,

Ondergetekende is overtuigd, dat zo'n familieonderzoek nooit af is. In de navolgende bladzijden is gestreefd naar een zo compleet en correct mogelijk overzicht. Er is hierdoor een goed beeld te vormen van de families, die zich mochten en mogen sieren met deze naam. Voor eventuele aanvullingen of correcties zal altijd een plaats overblijven.

P.C. Sigmond

Het spoor Diest

20 januari 2007

Beste Onno,

Deze week was ik in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag voor een onderzoek. Toevallig kwam ik daarbij nog een paar "oude" Van Schelvens tegen:

1401: Ewan de Schelve ingeschreven als student theologie aan de Universiteit Keulen: onder (latijn) "Rektor Wolbero de Caldenhove de Ghesike, artes magistre et med. dr., electus 1401 Juni 28: (stud. nr. 3) dominus Ewan de Schelve, ordo Premonstratensis, monasterium Heylesinensis, diocesis Leodiensis" (uit: Die Matrikel der Universität Köln)
NB: Ewan van Schelven was dus priester ("dominus") behorend tot de orde van de Premonstratenzers of Norbertijnen, en kwam uit een klooster (Heverlee?) in het bisdom Luik.

1454: Geldolphus van den Scelve, ingeschreven als student rechten aan de universiteit Leuven: "Geldolphus van den Scelve, stud. in legibus, Leodiensis dyocesis" (afkomstig uit het bisdom Luik) (uit: E. Reusens: "Matricules de l'Universite de Louvain", deel II, 1903).

2-11-1519: Henricus Scelve, van Diest, "Leodiensis dyocesis", ingeschreven als student a/d universiteit Leuven (uit: E. Reusens: "Matricules de l'Universite de Louvain", deel III, 1903).
NB: Henricus van Scelve kenden we al als de in 1579 te Diest vermelde Mr. Henrick van Schelven. Het voorvoegsel "meester" was blijkbaar een universitaire graad. Aangezien studenten in die tijd met hun studie begonnen als zij max. 15 jaar oud waren, betekent dit dat Mr. Henrick van Schelven (* ca. 1505) in 1579 ongeveer 75 jaar oud was! Dit zou goed kloppen met de veronderstelling dat Elisabeth van Schelven (* ca. 1534) een dochter was van deze Mr. Henrick van Schelven.

Het lijkt er op, dat de naam Van Schelven (Schelve/Scelve) al rond 1400 bekend was, met name in het bisdom Luik (dat ook geheel Brabant bevatte).

Hartelijke groet,

Kees Sigmond

Red.: Heverlee ligt net ten zuiden van Leuven (Ewan). De universiteit van Leuven ligt in Leuven (Geldolphus). Leuven ligt minder dan 40 kilometer van Diest (Henricus of Henrick). Vandaar mijn veronderstelling dat deze drie allen met het spoor Diest zijn verbonden.

13.10.1579 - Kwiteert de rentmeester van het Kuypersgasthuys te Diest voor de aflossing van een rente van 2 Carolingse guldens, die het sterfhuys van Reynder van Oeteren schuldig was, te weten Joachim van Oeteren als principael, Joachim van Oeteren de oude en Mr. Henrick van Schelven als borgen (RA Diest Nr, 2337, folio 378)

13.10.1579 - Compareren Jan Gompaerts als meester en Bertholomeus Focx als rentmeester van het Kuypersgasthuis te Diest; zij kenden en lijden, dat Reynder Brugman in de name van het sterfhuis van Reynder van Oeteren hen afgekweten heeft de 2 Carolingse guldens erfelijke rente te weten Joachim van Oeteren als principael en Joachim van Oeteren de oude als borg met Rendrick van Schelven (RA Diest Nr.2377, folio 398)

Het spoor Metius

1571 - Adriaan Anthonisz. huwt met Suida Dircksdr.(van Schelven); hun kinderen noemen zich Metius en Van Schelven.

1573 - Pieter Dirksz. Schelven wordt vermeld bij de Luitenants der Burgerij, in het beleg van Alkmaar; hij stierf nog in hetzelfde jaar als het ontzet.

22.06.1584 -Dirck Dirckszn. Schelven of van Berge lidmaat te Alkmaar (Lidmatenboek van de Grote Kerk)    .

1581-1587 - Dirck Dirckszoon Schelven of van Berge, schepen van Alkmaar

31.05.1596 - Dierick Adriaansz. Schelven, zoon van Mr. Adriaan Anthonisz. aangesteld als ingenieur.

1599-1600 - Dirck Dirckzoon Schelven of van Berge, burgemeester van Alkmaar

Bij een vraag over de geslachten Metius en Schelven onder referentie aan de beloning als onder 30.05.1598 vermeld, maakt de vragensteller tevens melding van deze Dierick Adriaensz. en vraagt voorts naar bewijzen, waaruit zou blijken, dat het beroemde geslacht der Metiussen, oorspronkelijk Schelven werd genoemd. Hierop volgt een uitgebreide discussie en verschijnt ook nog een Pieter Dirksz. Schelven in 1573 en blijkt Dierick Adriaansz. Schelven onder verwijzing naar het slechte schrift in de Resolutiën, ook nog voor te komen in een "Staat van Oorlog" onder de Ingenieurs als Dirk Adriaansz. Schelluinen. 30.05.1598- Die Staten Generaal enz., enz. te betalen Adriaen Adriaensz. Schelven, sone van Mr. Adriaen Anthonissen Ingenieur, uyte penningen van uwen ontfanger de somme van vyff en tseventich ponden van xl. grooten t stuck, den selven toegelecht tot eene veeringe voor de dedicatie van zeker boucxken bij hem aen de voorn. Reeren Staten gedaen, geintituleert Adriani Adriani Metij Alcmariani Mathernat. praestantissimi doctrinae Sphaericae libri quing. Ende mits enz. Gedaen den xxx Meye 1598 (Laboranter - Kaartenmakers, graveurs, glasschrijvers enz. - Uit het Ordonnantieboek van de Heeren Staten-Generaal 1586-1602 - De Navorscher 1871 - pag.447)

Dan is er verder de groep rondom Alkmaar, de burgemeester, de ingenieur, de kaartenmaker en de luitenant van de burgerij, maar ook de oude poorteresse, die al in 1547 naar de notaris ging om haar testament te laten maken. Een hoeveelheid van namen van indrukwekkende figuren, die wel of niet een relatie zouden hebben met de naam Van Schelven, echter zonder hieruit een directe verbinding te kunnen leggen naar het geslacht, waarvan wel alle gegevens bekend zijn.

Over Adriaen Anthonisz en zijn beroemde zoons Adriaan Metius en Jacob Metius zijn artikelen te vinden in de internetencyclopedie Wikipedia.

Het spoor Vreden

Uit alle voorgaande gegevens is het vrij moeilijk te concluderen waar nu de echte oorsprong van deze familie ligt. Is het het gebied rondom Vreden (D) en Zutphen, waarbij ook wordt verwezen naar een hofstede genaamd "Schelve"?

In dit verband is het interessant te vermelden dat ook nu nog nageslacht werd aangetroffen in Munster, waar een meneer Hans-Gerd van Schelve (Inhaber van de "ABC Schutzenhof' in Munster in 1998) het bestaan van een boerderij met die naam sinds 1050 noemde.

Beziet men de kaart van Twente, dan is er bij Diepenheim nog steeds een landgoed met de naam "De Schelver", maar een relatie is hier niet aantoonbaar gebleken.

Op zoek naar naamverwanten werd in de Burgerlijke Stand van Leeuwarden de aangifte van overlijden op 28.02.1880 aangetroffen van een Johannes Henricus van Schelve, oud zesenzeventig jaar en bijna vier maanden, geboren te Ammelo in Pruissen, Roomsch Catholiek Pastoor, wonende Wijtgaard onder Midum, ongehuwd, zoon van Hermanus van Schelve en Johanna Catharina Bockwinkel, een interessant gegeven in relatie tot de streek rondom Vreden (D).

Zoekend naar verdere gegevens over hem, werd vanuit het Bistumsarchiv in Munster nadere informatie gegeven over zijn doop in 1803 in Vreden met als peten een Joann Henrich Dobbelt en Elisabeth Schelve uxor Bockwinkel. Ook over zijn priesterwijding in 1828 in de Hohen Dom van Munster, maar ook, dat "het 'n" bij de naam van zijn vader Gerhardus Schelve uit Ammelo (Ksp. Vreden) er klaarblijkelijk eerst in de dertiger jaren van deze eeuw met aniline-inkt aan het originele document uit 1803 is toegevoegd (1990)".

Het spoor Graesen/Diest

Na het oosten en noordwesten van onze streken blijft het zuiden nog over. Hier is de vermelding in de periode 1448-1470 van een Nijs/Denis van den Scelve als schepen van Graesen, toch wel een aanwijzing van de bakermat van dit geslacht. Deze plaats in de zuidelijke Nederlanden, thans Grazen genoemd, ligt in Belgisch Brabant tussen St.Truiden en Diest. Een bevestiging, dat het toch Vlaanderen schijnt te worden, komt uit dezelfde regio, namelijk Diest, wanneer - echter eerst na honderd jaar - daar een zuivere naamsomschrijving wordt gevonden.

Een Mr. Henrick van Schelven en een Elisabeth van Schelven, geboren circa 1534 komen voor in het Rechterlijk Archief van Diest en bevestigen een duidelijk Vlaamse relatie. Wie deze mensen waren is nog aan nader onderzoek toe en zal in de toekomst waarschijnlijk nog wel worden gevonden.

Het spoor Nieuwpoort

Tot zover de oudere mededelingen omtrent het bestaan van eerdere en andere geslachten Van Schelven. Want de in de navolgende genealogie als eerste genoemde Vincent van Schelven komt ook uit het Vlaamse land. Reeds in 1588 wordt hij als zodanig vermeld, wanneer hij in Rotterdam, als weduwnaar van Nieuwpoort, in het huwelijk treedt:

13.03.1588 - Vincent Schelven, weduwnaar van Nieuwpoort met Jannetie Maasz. wed: van Ghent woonen beijde aan de Pannekoeckstraat - sijn in Cornelis boek gerastreerd. (Trouwboek Gereformeerde Gemeente Rotterdam)

Waren deze beide mensen deel van de grote groep protestantse emigranten uit Vlaanderen, die na de verovering van Antwerpen door Parma in 1585 en masse naar de Noordelijke Nederlanden trokken?

Het duurt tot 1611 wanneer zijn Vlaamse herkomst nogmaals wordt bevestigd, in een te Dordrecht opgemaakte akte, waarin gerefereerd wordt aan een afspraak met "eenen Mr .Vincent van Schelven geboren van den Lande van Vlanderen", waarbij het achter de naam oorspronkelijk geschreven woord "Vlaminck", weer is doorgehaald. Men kan zich afvragen wat de betekenis hiervan is. Was hij wel afkomstig uit Vlaanderen, maar niet daar geboren?

Huwde hij in 1588 te Rotterdam als weduwnaar met Jannetie Maasz., in 1604 liet hij in Amsterdam een kind dopen, waarbij de moeder een Jacomijntien Ingraets is. Hij is dan dus al tweemaal weduwnaar geweest. De naam Ingraets verraadt eveneens een zuidelijke afkomst. En wie is de doopgetuige, deze Gerrit Garbrants?

04.03.1604- Sara -Ouders: Vincent van Schelven en Jacomijntien Ingraets - getuige: Gerrit Garbrants (Doopboek Oude Kerk Amsterdam)

Het duurde een aantal jaren voordat we zijn naam weer zien verschijnen in een trouwakte. Hierin Iaat een Grietje Heyndrickx van Onderzeel te Amsterdam, in september 1624 aantekenen, dat zij reeds driekwart jaar weduwe is van Vincent van Schelven. Het zou betekenen, dat ook Jacomijntien Ingraets inmiddels is overleden en Vincent weer hertrouwd moet zijn. Noch van Jacomijntien's overlijden noch van zijn vierde huwelijk met deze Grietje, is enig spoor te vinden. De vraag is waar dit alles plaatsvond. Er volgt echter wel uit, dat onze Vincent van Schelven rond januari 1624 overleden moet zijn.

14.09.1624 - Jan Claaszn, Amsterdam, 24 jaar, beurzenmaker, geen ouders hebbende, huwt Grietje Heyndrickx van Onderzeel, sedert driekwart jaar weduwe van Vincent van Schelven.
(GA
Amsterdam)

Wat gebeurde al die jaren van zijn leven. Onze eerste kennismaking met hem in 1588 als weduwnaar, betekent toch dat hij toen circa 20 tot 25 jaar oud was en dus omstreeks 1565 geboren moet zijn. Was de hier eerder in 1579 genoemde Mr. Hendrick van Schelven in Diest zijn vader of zijn broer en de Elisabeth (geboren 1534) zijn moeder, zuster of wellicht de zuster van zijn vader?

Uit de genoemde Dordtse akte van 1611 blijkt ook, dat hij met een meestertitel door het leven ging en gezien zijn interesse voor "het gesaemen te maecken en vercoopen van sekere roode salve met de daarin genoemde comparant", zal deze titel toch wel wijzen op zijn beroep van chirurgijn.

Een bewijs hiervan is nog niet geleverd, omdat hij niet als zodanig in een of andere (gevonden) beschrijving voorkomt.

Het spoor Nieuwpoort snijdt hout

Hoewel de aannames, dat Vincent de vader van de twee zoons Jacob en Isaack Centen van Schelven, wellicht juist zijn, zijn ook hiervoor geen bewijzen gevonden. Het lijkt erop, dat het wel juist is, gezien de vernoemingen van hun kinderen en lettend op hun beroepen.

De oudste zoon Jacob, die trouwt als jongeman van Antwerpen - weer een verwijzing naar Vlaanderen - zou dan in het beroep van zijn vader zijn getreden, want hij is vele malen als chirurgijn vermeld. Hij krijgt echter nog een beroep, namelijk dat van scherprechter (beul) van de stad Dordrecht.

In 1612 trouwt hij met de dochter van de dan kortelings overleden scherprechter Barent Hermansen, die echter na zijn overlijden wordt opgevolgd door Hans Pruijm. Deze laatste trouwt vervolgens met de weduwe Marijken Rogiers, Jacobs schoonmoeder.

Eerst na het overlijden van deze Hans Pruijm, wordt Jacob als scherprechter benoemd. Een eerste vermelding in deze functie vindt plaats in juni 1626. Binnen deze familie lijkt sprake van een zekere beroeps-erfopvolging, hetgeen in die jaren voor deze functies gebruikelijk was.

Uit studies naar andere scherprechterfamilies is gebleken, dat onderling ook steeds werd uitgehuwelijkt. Zou ook vader Vincent dit beroep uitgeoefend hebben en bestond er enige relatie met de Dordtse familie?

De tweede zoon is eveneens omhuld met raadselen. De doop van deze eveneens met een bijbelse naam voorziene Isaac is ook niet teruggevonden. Hij trouwt in 1626 en moet dan twintig tot vijfentwintig jaar oud zijn geweest. De aanname, dat zijn moeder Jakomijntien Ingraets is geweest, lijkt aannemelijk, hoewel haar naam helaas niet onder zijn kinderen is terug te vinden, aangezien van hem uitsluitend zoons bekend zijn. Dat was wel het geval bij zijn broer Jacob, die wel een Jacomijna heeft.

Isaac profileert zich in de ondertrouwakte als "landvaarder van Amsterdam", gewoon binnenschipper tussen Dordrecht en Amsterdam, met waarschijnlijk een regelmatige dienst voor vracht en passagiers, hoewel hierover bij de schippersgilden niets is teruggevonden.

Waren die passagiers wellicht ook soldaten van Frederik Hendrik, die in 1625 prins Maurits was opgevolgd? De beurtschippers waren dé vervoerders uit die jaren.

Dat Isaac hieraan heeft meegedaan zou kunnen blijken uit het feit, dat zijn (aan ons) oudst bekende zoon Jan in Schenckenschans, een fortificatie bij Kleef, werd gedoopt. Dit gebeurde in ieder geval voor 1639, want in maart 1640 Iaat hij een kind Cent dopen, maar dan in Puttershoek.

De naam is een duidelijke vernoeming naar een Vincent. Hij wordt dan ook vermeld als chirurgijn. Toch ook van zijn vader geleerd?

Wat gebeurde tussen 1626 als landvaarder, toen zijn huwelijk eerst nog in Dordrecht werd opgehouden en 1640, toen hij in Puttershoek als chirurgijn verschenen is? Waren de vader en de zoons, rondvarende leger-chirurgijns, zwervende door de Nederlanden, vervoerders van het leger van de Prins? Wie het weet mag het zeggen, maar dit waren en zijn raadselen.

Al lezende zullen belangstellenden wellicht nog meer vragen hebben. Hoe zou dit of hoe zou dat, wat is van hen geworden, waar zijn ze gebleven.

Dat zijn de leuke dingen van het onderzoeken en beschrijven van een familie en zoiets houdt nooit op. Men blijft er altijd mee bezig en dat zal menselijkerwijs nooit ophouden.

Eerste generatie

Vincent Schelven weduwnaar van Nieuwpoort met Jannetie Maasz . wed. van Ghent woonen beijde aan de Pannekoeckstraet - sijn in Cornelis' boek gerastreerd -13.03.1588 (Trouwboek Gereformeerde Gemeente Rotterdam). Genoemde Mr. Cornelis te Rotterdam is mogelijk Mr. Cornelis Meijnaertszn. Boon, rector van de school (vanaf circa 1554), voorman en woordvoerder van de gereformeerden in Rotterdam in 1566.

Op heden den IX Meerte Ao XVIc en elleff is voor mij Pauwels Eelbo als openbaer notar. in Dordrecht etc. gecompareert d'eersamen Jan Cornelisz out omtrent L jaeren Wirdt in T'Hiel op den Riedtdijck binnen deser stede en Quintijn Pieters van der Velden oudt ontrent XLII jaeren backer mede inwoonder alhier mij Notaris wel bekent d'welke ter Instantie en verzoeke van Mr. Anthonij Stoffelsen absent Requirant hebben verclaert. Geattesteert en geaffinneert mits desen presenterende 't selve rechtens te verclaren des versocht sijnde warachtich te sijn. dat sij deponenten den voorn. requirant gekent hebben over veele jaeren te weten den voorsz. Jan Cornelisz over ontrent derthien jaeren ende den voorn. Quintijn Pieters over ontrent den achthien jaeren verclaerende den voorn. deponenten dat sij luden den voorn. requirent den voorsz. vergaende tijt altoos gekent hebben voor een man met eere ende gedurenden den selven tijt mechtig is geweest om sijne nootdruft met eere te bannen/ende tot den dach van huijden noijt anders van den selve te hebben gehoort noch vernomen, verclarende voordts den voorn. Jan Cornelissen particulierlijck dat geleden ontrent twee jaeren sonder den preciese dach onthouden te hebben den voors. requirant ten huijse van hem deponent voorsz. geaccordeert is met eenen Mr. Vincent van Schelven / (-Vlaminck- doorgehaald) geboren van den Lande van Vlaonderen / belangende sekere wetenschappen omme van gesamen te maecken en vercoopen sekere roode salve / sluijtende hijer mede haere despositie aldus gedaen in Dordrecht voorn ter presentie van Cornelis Bastiaens en Jan Aertsz Schippers inwoonders alhier als getuijghen - 09.03.1611 - not. Pauwels Eelboo/inv.nr.10-JDg. 295 (ONA Dordrecht)

Grietje Heyndrickx, van Onderzeel, sedert drie-kwart jaar wed. van Vincent van Schelven, huwt Jan Claaszn., beurzenmaker te Amsterdam -14.09.1624 (Trouwboek Amsterdam)

Tweede generatie

Mr. Jacob Centen (van Schelven), geboren Antwerpen(?), chirurgijn, scherprechter te Dordrecht, overleden voor 25.04.1637 (benoeming nieuwe scherprechter te Dordrecht) o.t./huwt 10.06./24.06.1612 Dordrecht Lijsbeth Baerens/Barents, dr. van Barent Hermanssen, scherprechter te Dordrecht, en Mafijken Rogiers/Ridders. Kinderen:

1. KATALIJNA, gedoopt .06.1613 Dordrecht, gedoopt 06.1613 Dordrecht, o.t./huwt 28.12.1631/ 13.01.1632 Dordrecht met JORIS JORISSE BOOTGESELL

2. LIJSBETH, gedoopt.11.1614 Dordrecht

3. REBECCA, gedoopt 11.1615 Dordrecht

4. BARENT, gedoopt 04.1617 Dordrecht (volgt ma)

5. MAEIJKEN, gedoopt 09.1621 Dordrecht, o.t./huwt 30.05/01.06.1644 Dordrecht met FRANS V AN DONGEN

6. JACOMIJNE, gedoopt 12.1623 Dordrecht

7. VINCENT, gedoopt 01.1626 Dordrecht (volgt lIIb)

8. JACOB, gedoopt 01.1631 Dordrecht (volgt IIIc)

Den 10.Junij 1612 - Jacop Centen, van Antwerpen (ondertrouwt) met Lisebet Barent Hermans dochter, van Dordt. woonen op den Hill tegenover de Vergulde Zage - trouwden 24.Junij 1612 - (Trouwboek Augustijnerkerk Dordrecht)

Jacob Centen huwde juni 1612 met de dochter van Barent Hermanssen, de (dan reeds overleden) scherprechter van Dordrecht, wiens vrouw, na zijn overlijden hertrouwde - september 1612 - met de nieuwe scherprechter, zoals blijkt uit het ondertrouwboek:

26 Aug. 1612 - Hans Pruijm scherprechter der stadt Dordrecht woonende op den Hill met Mafijken Rogiers wed van Barent Hennanssen verledene scherprechter van Dordrecht oock woonachtig op den Hil - getrouwt den 8. September 1612 (te Dordrecht), terwijl Jacob Centen in deze functie wordt vermeld in juni 1626. Hier lijkt sprake van familieopvolging.

Onder de schulden van de boedel van wijlen juffr. Sophia van der Linde komt o.a. voor: "Jacob Centen is gelevert opten 3en september 1614 omme te vercoopen negenthijen pond eenen vierendeelt wijn als namentlijk vijf pond eenhalff vierendeel tot vijf gulden 't pondt, noch vijftien pont & een halff 't pont vijer gulden, noch negenpont 't pont vijf gulden drie stuijvers coempt 'tsamen CLXVIIJ gis X Sts." -19.04.1617 (ONA Dordrecht inv. 51/f.59)

Comp. Jacob Vincentsz. als man en voocht van Lijsbeth Barentsdr., Teunis Ariensz. als man en voocht van Anneken Barentsdr., Catalijn & Francijna Barentsdrs beijde jonge drs., cuijtutore (erfgenamen) van Barent Hermansz., vendiderunt (verkopen), Margrita du Pre domun cum suis (huis met toebehoren), staende ende gelegen achter inden Vriesestraet aendeser Stede veste genaempt Dubbeldam tusschen die huijse van den weduwe van Hans Bosch aen deene, & thuijs Corn.Ariensz timmerman aend'andere sijde (...) Ende inplaetse van waerborge verbinden sij campten. domun. cum suis staende & gelegen opden Ril, tusschen den huijse van Jan Pieters aend'eene, & t huijs van Hans Ariensz aend'andere sijde, & voorts haeren persoonen stellen - 04.03.1626 (Rente-& schuldbrieven - ORA Dordrecht inv .766If.8v)

actum ut supra: "Dat voor ons quam Mr. Jacob Centen scherprechter binnen deser stede, vendidit, Abraham Prs. ende Margriet Prs: domum cum suis staende & gelegen aen deser Stede veste, omtrent de nieuwebrugspoorte tusschen denhuijse van Corn. de Vrijs aen d'eene sijde, & t'erve van Lowijs Malepart aen d'ander sijde en dat met alsulcke vrijdomme, servituijten & gerechtigden volgens die rente betaelt - 06.06.1626 (Rente- & schuldbrieven - ORA Dordrecht inv .766lf.25v)

Comp. Jacob Centen scherprechter binnen deser Stede, vendidit Willem Jasperse Gruijting bierdrager en borger deser Stede: domus cum suis staende en gelegen op den Ril, tusschen den huijse vande weduwe ende erfgenamen van Hans Daens aende eene sijde ende 'thuijs van Jan prs. Calkmeler aenden andere sijde" Koper neemt de schuldbrief van f 200 over. Daaronder een tweede inschrijving: "den voorsz. Mr. Jacab Centen heeft op huijden voor schepenen in wette 't voorsz.huijs de nobo (alsoo hij geen opdrachte van 'tselve huijs en hadde) tot waarborge verbonden, actum desen XVlIJ November 1631 (Rente- & schuldbrieven - ORA Dordrecht inv .769/{13 )

"Dat voor ons quam Jacob Vincentsz. scherprechter deser Stede, ende bekende wel en deuchdelijck schuldich te sijn Claes JanSl. ten Raijen de somme van tweehonderd Car. Glds. tot XX Sts., die hij compt. ten dancke bekende ontfangen en genoten te hebben, welcke voorsz. somme hij compt. aen voorsz. Nicalaes Jansz. Raijen ofte den thoonder deser belooffte betalen, van huijden den date deser over een jaer mette interest vandien tegens seven ten hondert int jaer" - Hij stelt als zekerheid zijn "domus cum suis staende ende gelegen opden Rille binnen deser Stede tusschen den huijse van Hans Daens aen d'eene sijde & thuijs van Jan Prs. aen d'andere sijde & voorts sijn persoon" - In de kantlijn: "camp. Willem Jaspers bierdrager tegenwoordich possesseur van de schuldbrief toont quitantie geteijckent bij Oaes Jans Raijen in saecke d'aflossinge van 't cap.(...) geroijeerd den XXIe November 1631" -28.09.1626 (Rente- & schuldbrieven - ORA Dordrecht inv .7661{44)

Comp. Johan vande Honaert als man ende voocht van Haesken Cornelis van der Meijdedr., soo voor hemselven en in deese vervangende ende hem sterck maeckende voor Vaster Anthollisz. Worms tot Rotterdam als oom en voocht vande naergelaten wees-kinderen van Corn. vande Meijde ( ) vendidit inde voorsz. qualiteijt Jacob Centen scherprechter deser Stede: domus cum suis, staende ende gelegen opden Ril binnen deser Stede, streckende van vooren tot achter achterste veste, tusschen den huijse van Jan Marcelis wollewever aende eene sijde, & 't huijs van Aert Coenen coeckebacker aende andere sijde ende den cooper hijer mede camparerende verclaerde te nemen tot sijnen laste waerborge Derck Pijl coopman en borger deser Stede -15.11.1631 (Rente- & schuldbrieven – ORA Dordrecht inv.7691{14)

Comp. Jan Vrancken van Delff zijdelakencooper borger deser Stede vendidit Aert Coenen coeckebacker mede borger deser Stede: domurn cum suis staende & gelegen opden Ril tusschen den huijse van Jacob Centen scherprechter aen d'eene sijde & 't huijs van de weduwe van za. Jan Hermans cruijdellier aen 't andere sijde (streckende voor vande Steenstraet tot aende graft achter aen sheeren betke) -27.11.1631 (Rente- en schuld-brieven - ORA Dordrecht inv.7691{18)

"dat voor ons quam Aert Coene cauckebacker, borger deser Stede vendidit Aert Qckersz draochscheerder domurn cum suis, staend ende gelegen opden Ril binnen deser Stede, tusschen den huijse van Mr. Jacab Cente scherprechter aen d'eene & thuijs van Maertge Pieters aen d'andere zijde" -01.04.1634 (ORA Dordrecht inv.7701{12).

CATALIJNA:

Joris Jorisse Bootgesell, j.m., woonende in de TolbrugsStraatjen aan de Landsyde en Catharina van Schelven, j.d., wonende op den Rill, beide van Dordrecht. 28.12.1631 - getrouwt den 13 Januari 1632. (Huwelijksklapper Dordrecht) aanname dat het, hoewel volgens het register een Catharina van Schelven o.t/huwt, hier toch om Katalijna gaat

MAYKE:

Afkondiging van het huwelijk op 15.05.1644 van Frans van Dongen J.M., soldaat onder Graaf Mourits:
woonende in de Spuistraat met Maeyke Jacobs van Schelven, J.D., woonende in de Raamstraat, beide van Dordregt -hebben op den 30e May 1644 bescheid ontfangen om int Leger te trouwen, dese syn dus getrout den 1. Juni 1644 (Huwelijksklapper Dordrecht)

Mr. Isaac Centen van Schelven, geboren ca.1600 te Amsterdam, begraven 17.10.1682 Puttershoek, binnenschipper (landvaarder) van Amsterdam, later vanaf 1639 tot 1670 chirurgijn te Puttershoek ondertrouwt 1e/ 19.07.1626 Dordrecht, welke ondertrouwechter aldaar wordt opgehouden, "omdat de bruijt met consent van d'ouders aan een ander verlooft was", ondertrouwt nogmaals op 27.09.1626 Dordrecht / huwt 08.01.1627 Amsterdam (de bruid toen waarschijnlijk wel meerderjarig zijnde), wonende in beide gevallen "op den HilI" te Dordrecht Sara Jan Janszdr., geboren .01.1606 te Dordrecht, dochter van w.s. Jan Polter Jansz. en Sara Pouwelsdr.

Kinderen:

1. JAN, geboren vóór 1640 Schenckenschans (volgt IIId)

2. CENT, gedoopt 25.03.1640 Puttershoek (get.Cornelis Dirckse; Neettie Claes)(volgt lIIe)

3. ABRAHAM, gedoopt 21.04.1642 Puttershoek (get.Aerd Aerdse; Pieter Basriaene van der Jacht; Annegien Schouten; Ariaentien Jansdr .) (volgt 1IIf)

4. JACOBUS, gedoopt 08.05.1644 Puttershoek (get.Grietien Willemsdr.)(volgt IIIg)

5. TOBIAS, gedoopt 07.02.1646 Puttershoek (get.Aariaentie Jansdr.) (volgt IIIh)

6. ISAACK, gedoopt 13.05.1648 Puttershoek (get.Jan Theunisse Polderman; Emmegie Corssen; Frans Vonck; Cathelijntie Tobias) (volgt lIIi)

Betaelt aen MI. lsaack van Schelve tgene hem over meesterloon was competerende volgens het accoort daervan met de kerckenraet aengegaen, de somme van 4000 - 08.1670 (NHK Puttershoek B3)

aen lsaack van Schelve betaelt tgene hij over meesterloon aen Lijsbet Gerrit Maertse en het kint van Abram de Wever verdient heeft 4-0-0 -03.05.1672 (NHK Puttershoek B3)

betaelt tgene Mr. lsaack van Schelve aen de dochter van Abram de Wever verdient heeft 2-8-0- 02.01.1673 (NHK Puttershoek B3)

lsaack Centen, chirurgijn Puttershoek 1639-1670, overleden 1682 (Van Es/Van der Have -Geschiedenis van Puttershoek) ontfangen van het dootkleed voor Mr. lsaacq van Schelven 0-18-0-17.10. 1682 (NHK Puttershoek B3).