Molens lopen als een rode draad door de historie van de familie Van Schelven.
Dus ook door deze website. U komt boeiende verhalen, notariële akten en verschrikkelijke ongelukken tegen in onze Stamboom. U ziet de molens die zijn bemand door Van Schelvens bijna allemaal zichtbaar in Gebouwen. Eén verhaal was zo bijzonder dat het een eigen plaats heeft gekregen in Verhalen. Het is het meest voorkomende beroep in Beroepen.
De molenaars (voor zover nu bekend) uit onze familie op een rij:
Code | Voornaam | Geboren | Overleden | Zoon van | Code | Molen | Plaats | Van | Tot |
Isaak Centszoon |
23-08-1673 |
1710 |
Cent |
Biertse korenmolen |
Biert |
1688 |
>1693 |
||
Cent |
13-06-1694 |
>1737 |
Izaak |
Voorganger Graanhalm (?) |
Haamstede |
~1714 |
~1737 |
||
Isaac |
19-01-1716 |
05-05-1761 |
Cent |
Voorganger Graanhalm (?) |
Haamstede |
~1737 |
<1745 |
||
Guillaum |
13-08-1755 |
07-10-1820 |
Izak |
De Bloeme (Westbrug Zzee) |
Zierikzee |
1775 |
1790 |
||
Izak |
05-09-1728 |
11-04-1804 |
Willem |
De Bloeme (Westbrug Zzee) |
Zierikzee |
1790 |
1799 |
||
Isaac |
19-01-1716 |
05-05-1761 |
Cent |
niet gedefinieerd |
Nieuw-Beijerland |
<1745 |
<1761 |
||
Pieter |
26-10-1899 |
29-6-1983 |
Pieter |
De Hoop |
Alblasserdam |
>1919 |
<1938 |
||
Willem |
10-05-1699 |
20-08-1763 |
Izaak |
Den Haas |
Zierikzee |
1727 |
~1758 |
||
Izak |
05-09-1728 |
11-04-1804 |
Willem |
Den Haas |
Zierikzee |
~1758 |
1799 |
||
Johannis |
13-11-1761 |
08-04-1827 |
Izak |
Den Haas |
Zierikzee |
1799 |
1821 |
||
Izaak |
13-03-1799 |
25-10-1844 |
Johannis |
Den Haas |
Zierikzee |
1821 |
1839 |
||
Cornelis |
09-03-1823 |
02-04-1890 |
Willem |
Duijser |
Oosterdam |
1848 |
1953 |
||
Johannis |
26-06-1834 |
1900 |
Willem |
C-VIIId |
Zaagmolen |
USA |
1872 |
1900 |
|
Theunis |
23-10-1838 |
30-3-1912 |
Willem |
C-VIIId |
Loondienst |
Rotterdam, Den Haag, Krimpen a/d IJssel |
1874 |
1912 |
|
Izaak |
25-03-1846 |
5-12-1905 |
Cornelis |
Willem II/Prins van Oranje |
Dubbeldam |
1871 |
<1897 |
||
Pieter |
29-12-1859 |
12-11-1932 |
Cornelis |
C-IXc |
Korenbloem |
Oude Tonge |
1889 |
1932 |
|
Willem Martinus |
17-07-1894 |
25-6-1973 |
Pieter |
Korenbloem |
Oude Tonge |
1932 |
<1961 |
||
Izak |
8-12-1915 |
17-9-1976 |
Pieter |
C-Xc |
Korenbloem |
Oude Tonge |
~1935 |
~1961 |
|
Cornelis |
09-03-1823 |
02-04-1890 |
Willem |
C-VIIId |
Onverwacht (Schelvenaer) |
Krimpen a/d IJssel |
1853 |
1878 |
|
Willem |
08-07-1851 |
24-1-1930 |
Cornelis |
C-IXc |
Onverwacht (Schelvenaer) |
Krimpen a/d IJssel |
1878 |
1923 |
|
Willem Wzn |
02-05-1888 |
26-10-1941 |
Willem |
Onverwacht (Schelvenaer) |
Krimpen a/d IJssel |
1923 |
1941 |
||
Willem Elise |
11-4-1910 |
2-5-1988 |
Nicolaas Hendrik |
Onverwacht (Schelvenaer) |
Krimpen a/d IJssel |
1941 |
1987 |
||
Nicolaas Hendrik |
21-07-1880 |
18-10-1950 |
Willem |
C-Xb |
't Slot |
Gouda |
1905 |
1926 |
|
Cornelis |
5-10-1906 |
23-3-1977 |
Nicolaas Hendrik |
C-XIb |
't Slot |
Gouda |
1926 |
>1961 |
De bovenstaande tabel uitgezet in de tijd
De locaties van de molens op de Nederlandse kaart
Veelgestelde vragen over molens
Het historische werktuig dat Nederland mede groot heeft gemaakt blijft menigeen tot de verbeelding spreken. Niet verwonderlijk, want er zijn verschillende typen, ze zijn overal in het land te zien en bovendien zit een molen ingenieus in elkaar. Hieronder wordt een aantal van de meest gestelde vragen over molens beantwoord.
1)
Welke soorten molens zijn er?
2) Hoeveel molens telt Nederland?
3) Waarom is Nederland hèt molenland?
4) Hoe werkt een windmolen?
5) De oudste, de hoogste, de grootste, de mooiste molen
6) Kunnen molens spreken?
7) Hoe word ik molenaar?
8) Waarom draaien molens linksom?
9) Kan ik in een molen gaan wonen?
10) Molens vallen toch onder monumentenzorg?
11) Hoe behouden we molens in Nederland?
12) Kan ik zien wanneer de molen opengesteld is voor bezoekers?
1) Welke soorten molens zijn er?
In de eerste plaats zijn er windmolens: wiekendragers aangedreven
door de wind. Daarnaast kennen we watermolens, met een waterrad of turbine dat
door het stromende water van een beek gaat draaien. Deze twee soorten molens
kunnen we verder onderscheiden naar hun functie, het werk dat ze doen.
Korenmolens vormen de grootste groep molens, wind- en watermolens waar graan tot
meel wordt gemalen. Een andere, belangrijke groep vormen de poldermolens, die
gebruikt worden voor de waterbeheersing. En dan zijn er nog houtzaagmolens,
oliemolens, pelmolens en (heel bijzonder) papiermolens.
Molens kun je ook naar de vorm indelen. Bij De Hollandsche Molen is een folder
beschikbaar van deze molentypen.
2) Hoeveel molens telt Nederland?
Om precies te zijn: 1.035 windmolens en 106 watermolens.
Zuid-Holland is de grootste molenprovincie (220 windmolens), Utrecht de kleinste
(32 exemplaren). De meeste watermolens vinden we uiteraard in onze meest
geaccidenteerde provincie, Limburg (58).
Zo'n honderd jaar geleden waren er nog 10.000 molens volop in bedrijf. Ze
maalden graan, zaagden hout, sloegen olie uit zaden en maakten papier. En
poldermolens hielden het waterpeil in ons lage land onder controle. Vele
duizenden molens hebben de vooruitgang niet overleefd; het aantal wind- en
watermolens dat ons land nu nog telt, is het minimum om Nederland een molenland
te kunnen noemen.
De "molenstatistieken" komen uit Het Nederlands Molenbestand, een
overzicht van alle nog aanwezige wind- en watermolens, maart 1997. Dit overzicht
is in een losbladig systeem èn op diskette verkrijgbaar.
3) Waarom is Nederland hèt molenland?
Niet vanwege het aantal; er zijn landen in Europa waar veel meer
molens staan. Nederland is echter het molenland bij uitstek omdat de molen
symbolisch is voor onze strijd tegen het water. Poldermolens werden vanaf de
vijftiende eeuw in het westen en noorden van Nederland gebouwd, toen bleek dat
het waterpeil in onze polders niet door natuurlijke lozingen gehandhaafd kon
blijven. En molens werden later ingezet om binnenmeren droog te malen (bv. de
Schermer).
De molen als symbool van onze strijd tegen het water trekt nog steeds
honderdduizenden buitenlanders naar Nederland. De molen is met de tulp en de
klomp het "landmark" van ons land.
4)
Hoe werkt een windmolen?
De energiebron, de wind, drijft het wiekenkruis aan. De twee
molenroeden (met elk twee wieken) zijn bevestigd in de bovenas van de molen. Om
deze as is een wiel aangebracht, het bovenwiel, dat met de as meedraait en de
beweging overbrengt op de koningspil. Deze lange, verticale balk drijft bij een
korenmolen de maalstenen aan, of bij een poldermolen het scheprad of de vijzel,
waardoor het water opgepompt wordt.
De molenaar kan zijn molen "regelen": door de molenzeilen geheel of
gedeeltelijk voor te leggen, kan hij de snelheid beïnvloeden. Een optimale
windvang bereikt hij door de molen "op de wind te zetten". Dit op de
wind richten - het kruien - wordt meestal van buiten gedaan met een kruirad.
Remmen kan de molenaar door blokken om het bovenwiel aan te trekken. Dit gebeurt
vanaf de grond of vanaf de omloop van de molen (stelling) met behulp van een
touw en noemen we "de molen vangen". Een eenvoudig boekje over de
verschillende molentypen in Nederland en de werking van een koren- en
poldermolen is 'Molens in Nederland'. Dit boekje is, naast andere lectuur, bij
het kantoor van de vereniging te koop. Onder de knop 'Winkel' kunt u dit boekje
bestellen.
5) De oudste, de hoogste, de grootste, de mooiste molen
De oudste. In Gelderland staan de twee oudste molens van
Nederland: de Buitenmolen te Zevenaar en de torenmolen van Zeddam. Beide molens
dateren van 1450 of iets daarvoor, welke molen nu exact de oudste is, weten we
niet. Opvallend is dat beide molens torenmolens zijn: met een stenen
cilindrische romp en een kap met gevlucht die draaien kan. Dit type molen is
mogelijk door invloed van de kruisvaarders, die dergelijke molens tegen kwamen
in landen rondom de Middellandse Zee, ook in Nederland ontwikkeld. Groot in
aantal zijn zij nooit geweest en nu zijn er nog vier overgebleven in ons land.
De hoogste. Molen De Noord te Schiedam is de hoogste molen (ter wereld zelfs!).
Het puntje van de bovenste wiek meet 44,8 meter en dat is één decimeter meer
dan nummer 2, molen De Vrijheid te Schiedam. De overige drie Schiedamse molens
mogen er overigens ook zijn, want met 43,5, 43,4 en 42,5 meter komen De
Palmboom, De Walvisch en De Drie Koornbloemen op plaats 5 tot en met 7 van de
ranglijst. De eerste plaats van De Noord wordt overigens wel bedreigd: er wordt
over gedacht de molenromp van Princenhage bij Breda te herstellen tot complete
molen. Met 47 meter wordt deze molen Vrede en Hoop dan de hoogste molen ter
wereld!
De grootste. Om dat te bepalen meten we de lengte van "de
vlucht": van het ene uiteinde van de wiek naar het uiteinde van de
tegenovergelegen wiek (deze zitten overigens ook aan elkaar verbonden door één
houten of stalen balk, de molenroede). De molen met de grootste vlucht is Molen
nr. 2 van de Overwaard te Kinderdijk, onderdeel van het befaamde molencomplex.
De vlucht meet hier 29,56 meter.
De mooiste. Elke molenaar vindt zijn of haar molen natuurlijk de mooiste.
Oordeelt u zelf of die molen in het weidse polderland uw favoriet is. Of juist
die grote stellingkorenmolen, die het beeld van een dorp of stad zo bepaalt.
Maar wellicht bent u juist gecharmeerd van het uitzicht vanaf een bepaalde
molen. Of kiest u uiteindelijk toch voor die bijzondere industriemolen in de
Zaanstreek. Er is volop keuze.
Informatie over de oudste, de hoogste en de grootste molen van Nederland vindt u
ook in Het Nederlands Molenbestand.
6)
Kunnen molens spreken?
Van oudsher heeft de molenaar mededelingen gedaan of wensen te
kennen gegeven door middel van de stand van de wieken. Dat was voor de hand
liggend, want tot in verre omtrek kon men de wieken zien.
De stand "overhek" of "overkruis" was de ruststand
(rechtsboven). De wieken stonden zo laag mogelijk en liepen daardoor de minste
kans op blikseminslag. Tegenwoordig is deze ruststand niet meer nodig, vanwege
het gebruik van een bliksemafleider. Stond de molen voor korte tijd stil, dan
werden de wieken horizontaal en verticaal gezet (linksboven) of wel "met
één roede voor de borst", zodat het werk zo vlug mogelijk hervat kon
worden. Vreugde in het gezin van de molenaar (huwelijk, geboorte, etc.) wordt
ook nu nog aangegeven met de "vreugdestand" (linksonder). Deze stand
wordt verkregen door de "aankomende" wiek vlak voor het laagste punt
op te vangen en vast te zetten. In het "aankomende" zit de vreugde, de
verwachting. Rouw werd aangegeven met de "rouwstand" (rechtsonder). De
"gaande" wiek wordt daartoe vlak na het laagste punt vastgezet. Het
"gaande" drukt hierbij het vergankelijke, de droefheid uit. Tenslotte
de molen in "feesttooi". Bij bijzonder feestelijke gebeurtenissen
worden tussen de "overkruis" gezette wieken in verticale richting
draden gespannen waaraan allerlei "mooimakersgoed" wordt gehangen.
7) Hoe word ik molenaar?
Door in uw vrije tijd een opleiding te volgen. Het Gilde van
Vrijwillige Molenaars verzorgt verspreid door het hele land deze instructie, die
minstens een jaar in beslag neemt. Deze opleiding is erop gericht dat
vrijwillige molenaars op een verantwoorde wijze met molens draaien. Een molen
heeft niet alleen als monument een grote waarde, vaak overschrijdt de
herbouwwaarde al het bedrag van één miljoen gulden! Daarom wordt tijdens de
opleiding veel waarde gehecht aan het opdoen van praktijkervaring op
verschillende molens en onder verschillende (weers)omstandigheden. De praktijk
wordt door middel van theorielessen op de molen, of op speciaal georganiseerde
avonden, ondersteund.
De opleiding, die gemiddeld twee jaar duurt, wordt afgesloten met een examen,
afgenomen door De Hollandsche Molen. Naast een opleiding tot windmolenaar
bestaat sinds kort ook de mogelijkheid een opleiding tot watermolenaar te volgen
en daar ook examen in af te leggen.
Voor meer informatie zie de site van: Het Gilde van Vrijwillige Molenaars.
8) Waarom draaien molens linksom?
Molens draaien tegen de klok in, althans als je er voor staat.
Waarom? Dat weten we niet precies. Waarschijnlijk heeft het met de oorsprong van
de molen te maken. Toen men voor het eerst graan ging malen, gebeurde dat door
met de hand de ene molensteen over de andere te draaien. Omdat de meeste mensen
rechtshandig zijn, draaide bij deze handmolen de bovenste steen (de loper)
altijd linksom. Windmolens vinden hun oorsprong in de handmolens. En als de
loper linksom draait, moet het wiekenkruis dat ook doen. Maar er zijn ook andere
verklaringen. De simpelste: molens draaien linksom als je ervoor staat. De
molenaar staat echter meestal aan de achterkant van de molen en voor hem draaien
de wieken dus met de klok mee. Overigens komen in het buitenland wel molens voor
die rechtsom draaien. Over de draairichting van molens is veel gepubliceerd in
de Gildebrief, het orgaan van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars.
Het adres van het Gilde is Nieuwe Bussummerweg 92, 1272 CK Huizen.
9) Kan ik in een molen gaan wonen?
Alleen poldermolens zijn in principe geschikt voor bewoning. En een aantal daarvan valt weer af omdat de woonruimte naar de hedendaagse maatstaven ongeschikt is. Een kleine 150 molens zijn bewoond. In veel gevallen door de molenaar. Eigenaren kiezen daar bewust voor: molenaars laten niet alleen de molen zoveel mogelijk draaien en malen, maar zorgen ook voor klein onderhoud. En aan een molen die regelmatig draait en goed onderhouden wordt, ben je veel minder kwijt, dan aan een stilstaande molen, ook al is deze voorzien van een riante woning. Dat laatste komt weinig voor: molens zijn als gezegd monumenten, werktuigen en je mag ook aan het binnenwerk niets veranderen. Bij een bezoek aan een molen zult u dan ook meestal een authentiek interieur aantreffen.
10) Molens vallen toch onder monumentenzorg?
Ja, meer dan 90 procent is beschermd als Rijksmonument. Velen
denken dan: de overheid zorgt er verder wel voor, we hoeven er niet naar om te
kijken. Maar dat is niet het geval. De overheid geeft wel subsidies, maar het
zijn primair de moleneigenaren die verantwoordelijk zijn. Een kleine 40 procent
van de molens is nog eigendom van de overheid, veelal gemeenten. Voor de overige
600 molens zorgen particuliere eigenaren en meer dan 200 molenstichtingen en
-verenigingen.
Het instandhouden van molens lijkt vanzelfsprekend, maar er komt heel wat bij
kijken om deze monumenten te behouden. Veel molens zijn dringend aan restauratie
toe. Gerestaureerde exemplaren hebben regelmatig onderhoud nodig om kostbare
opknapbeurten in de toekomst te voorkomen. Molens trotseren dag in dag uit weer
en wind en zijn daardoor kwetsbaar. Restauraties en onderhoud kosten geld.
Weliswaar wordt dit voor een groot deel met overheidssubsidies bekostigd, maar
toch blijven moleneigenaren met een financieel gat zitten. Steun van het
bedrijfsleven, molenorganisaties èn van u is dan ook van groot belang.
11) Hoe behouden we molens in Nederland?
Natuurlijk, in de eerste plaats door voldoende geld voor restauratie en onderhoud. Helaas is dat er niet en eigenaren moeten dus inventief op zoek naar financiële middelen gaan. Molenbehoud is echter niet alleen een kwestie van geld. Er zijn ook mensen nodig die liefde voor de molen hebben. Molenaars die op vrijwillige basis de molens laten doen waarvoor ze zijn gebouwd, zijn voor het voortbestaan van dit bijzondere werktuig in Nederland onmisbaar. Dat zijn de mensen die ook het zo belangrijke klein onderhoud plegen waardoor de molen langer in goede staat blijft. Maar wieken hebben ruimte en wind nodig om rond te gaan, een waterrad het stromende water van een beek! In ons kleine land worden deze "molenverlangens" meer dan eens gedwarsboomd. Bomen en gebouwen zorgen er soms voor dat molens de wind uit de zeilen wordt genomen. En door wateronttrekking vallen molenbeken nogal eens droog. Een botsing van verschillende belangen, waarbij molens te vaak het onderspit delven. U steunt het molenbehoud in Nederland door lid te worden van De Hollandsche Molen. U krijgt dan ook het fraaie kwartaalblad 'Molens' met allerlei boeiende informatie over molens in Nederland.
12) Kan ik zien wanneer de molen opengesteld is voor bezoekers?
Jazeker! De meeste molens in Nederland worden door vrijwillig molenaars in werking gesteld. Hierdoor zijn de molens helaas beperkt voor bezoek geopend. Op deze site vindt u onder de knop "Het Molenbestand" de gegevens over alle 1200 Nederlandse molens, waaronder ook onder het tabje "informatie" de openingstijden. Als de molen voor bezoekers is opengesteld, dan heeft de molenaar aan of bij de molen onderstaande blauwe wimpel uitgehangen.
Wilt u meer weten over molens? Klik hier voor Molentechniek.